'Je kan niet alle zielige zeehondjes redden’
20 maart 2025 0 reacties
Ruim een jaar geleden sloot ze haar praktijk en begon ze eindelijk aan haar pensioen. Maar dat betekent niet dat Nora Levits (73) haar enthousiasme en haar liefde voor het therapeutische vak verloren is. Ze voelt zich nog steeds erg betrokken. Ook is 'een leven lang leren en jezelf blijven ontwikkelen' haar nog steeds op het lijf geschreven, merkte Marianne Verhoeff bij de voorbereidingen voor het mooie portret dat ze van Nora schreef.
Nora Levits heeft een vrolijke bos krullen, een levendige blik en ruim 45 jaar ervaring in de hulpverlening. Als ik haar spreek via de onlineverbinding is ze net verhuisd. Ze heeft haar praktijk ruim een jaar geleden gesloten en geniet nu samen met haar man Wouter van haar pensioen.
Ze vertelt: "Een paar jaar geleden, zo rond 2022, begon ik te merken dat ik mijn veerkracht wat kwijtraakte, dat ik er wat minder zin in kreeg, weer al die problemen." Waar ze altijd betrokkenheid en interesse had gevoeld, werd dat minder, merkte ze. Dat was voor haar het moment om te gaan afbouwen. Maar als ze vertelt over haar geschiedenis, haar ervaringen als hulpverlener, dan is er van die afnemende betrokkenheid niet zoveel te merken. Het enthousiasme en de liefde voor het vak zijn nog zeer voelbaar.
Vanaf dat ze een jaar of 23 was voelde Nora zich hulpverlener. Als ze terugblikt begon dat al in haar vroege jeugd. Haar joodse ouders waren beiden van hun families de enige overlevenden van de Holocaust. Dat betekende dat er geen enkel familielid was. Geen tante of oom, geen opa of oma, geen neef of nichtje. En binnen haar gezin van herkomst hadden haar ouders het zwaar met haar twee jaar oudere broer. Die had hevige migraine en psychische problemen. Nora werd zo het 'zonnetje in huis: 'Noor redt het wel.'
Met die boodschap vertrok ze ook naar Amsterdam, om daar de Sociale Academie te doen. Dat viel toch wat tegen. Niet de studie, maar wel Amsterdam. Na de daar niet afgemaakte opleiding kwam ze terecht bij de studie Personeel en Organisatie in Groningen. Ze ging vervolgens vijf jaar aan de slag als bedrijfsmaatschappelijk werker bij de NS ('Dat was handig, want mijn vriendje woonde toen nog ver weg en zo kon ik gratis reizen!') en ze werkte daarna negen jaar als medisch maatschappelijk werker in het ziekenhuis op de afdelingen hartrevalidatie, cardiologie en cardiochirurgie.
Na nog een voortgezette opleiding Gezins- en Groepstherapie kwam ze als crisisinterventor bij de GGZ terecht. Daar kreeg ze te maken met acute psychiatrische en psychische noodsituaties. Met zware psychische problematiek. "Ik ben er nog steeds verrast over dat ze me toen aangenomen hebben, dat ik daar in ben beland met eigenlijk geen ervaring op dat gebied. Mijn man was er ook niet zo blij mee. We hadden nog jonge kinderen, het waren wisselende diensten en intensieve werkweken".
Onmacht, het gevoel dat je er
met iemand niet uit kunt komen
In die baan kwam ze het gevoel van onmacht, dat gevoel dat je er met iemand niet uit kon komen, al regelmatig tegen. Dat ze moest accepteren dat sommige mensen zo beschadigd waren, dat ze niet te helpen waren. Zoals haar supervisor in latere jaren zou zeggen: 'Je kunt niet alle zielige zeehondjes redden'. Dat vond ze zwaar; dat was lastig te verteren.
Toen ze daar ruim anderhalf jaar werkte kwam het bericht dat haar moeder uitgezaaide kanker had. "Dat hakte erin. Ik ben toen ook een tijdje uit de roulatie geweest. Dat had met de zorg voor mijn moeder te maken, maar ook met de onregelmatige diensten en de problematiek van de patiënten. Ik ben daar nog enkele jaren aan het werk geweest, maar kon toen op de polikliniek van de GGZ gaan werken. Dat was rustiger." In de GGZ volgde Nora naast de behandeling van cliënten ook heel veel trainingen en bijscholingen over onder andere verslavingsproblematiek, incestproblematiek en vrouwenhulpverlening.
Burn-out
Het jaar 2000 was een keerpunt. Ze zat in een ingrijpende burn-out. In die tijd volgde ze de workshop 'Wat wil je echt in het leven en in je werk?' Ze vond het geweldige vrouwen die deze workshop gaven. Zij hadden beiden Bodymind gedaan. En ze zei: dit wil ik ook gaan doen! De docenten hadden zoiets van: hoezo jij? Jij hebt al zoveel gedaan! Maar Nora benoemt het als: "Ik voelde me in die periode aardig verrot van binnen."
Ze begon haar zoektocht bij een dramatherapeut binnen de joodse GGZ. "Daar moest ik gaan voelen. Doodeng. Want dat voelen, dat deed ik zelden. Vroeger thuis was zonder woorden wel overduidelijk dat er niks zo erg kon zijn als de Holocaust. Dus wat ik vooral had geleerd is: relativeren!. En als het echt even niet meer ging: humor. Twee eigenschappen die toch ook naar cliënten toe vaak goed bruikbaar en behulpzaam bleken."
Na de dramatherapie ging ze van start met de opleiding van Bodymind. Ook daar werd ze geconfronteerd met haar roots. "Dat zal ik nooit vergeten. Ik stond daar in de kring en Walid Daw [toen gasttrainer bij BMO, zelf christelijk Palestijn] vroeg: Waar kom jij vandaan? Ik antwoordde heel naïef: uit Waddinxveen, want daar woonde ik op dat moment. En hij herhaalde: Dat bedoel ik niet, waar kom jij vandaan? Dat was de confrontatie met mijn geschiedenis, met mijn joods zijn. Er was geen ontkomen meer aan. Ik moest ermee aan de bak."
Learning Love
Wat haar na het afstuderen als lichaamsgericht therapeut bij Bodymind verder gevormd en gesteund heeft als persoon en therapeut zijn de trainingen die ze gedurende vele jaren samen met haar man volgde bij het Learning Love Institute. Het basismodel van het concept bestaat uit drie cirkels. De binnenste cirkel is je essentie, in de tweede cirkel bevindt zich de kwetsbaarheid vanuit de verwondingen, de buitenste cirkel is het masker wat we opzetten; onze bescherming. De kunst is om tussen deze drie lagen te kunnen bewegen. Nora: "Dit werd en is voor mij de leidraad. Zowel voor mijn persoonlijk leven als in mijn werk in mijn praktijk."
Haar inspiratie en motivatie heeft Nora al die jaren kunnen houden. "Ik ben altijd in ontwikkeling gebleven, was altijd bezig met scholing en verdere ontwikkeling van therapeutische skills en persoonlijke ontwikkeling. Intervisie en supervisie voelden daarin ook als zeer noodzakelijk en behulpzaam."
Haar belangrijkste zelfzorg bestaat uit tuinieren. Door in de tuin te werken komt er rust in haar hoofd, in haar zenuwstelstel. Daarnaast heeft ze twaalf jaar lang op intuïtief schilderles gezeten. "Dan werk je ook uit je gevoel en ik denk dan verder aan niets."
Niet teveel volgens het boekje,
authentiek en open zijn, compassie hebben
Voor beginnende therapeuten heeft Nora een ruime voorraad aan adviezen. Als eerste noemt ze dat het belangrijk is om voldoende kennis te hebben. En tegelijkertijd geeft ze aan: "Werk niet teveel volgens het boekje. Authentiek zijn, open zijn over je eigen kwetsbaarheid en compassie hebben. Dat zijn belangrijke kwaliteiten voor een therapeut. En je mag best direct zijn. Dat was ik op momenten ook naar mijn cliënten. Dat was soms wel even pijnlijk, maar omdat ze konden voelen dat het vanuit mijn hart kwam, konden ze het binnen laten komen. Het was niet kwetsend, maar het raakte wel, zoals ze me vaak hebben teruggegeven, haarscherp de pijnlijke plek."
Nora werkte zelf bij de GGZ met cliënten met zeer complexe problematiek, zoals stemmingsstoornissen en persoonlijkheidsproblemen. Ze wil daar wel iets over zeggen. "Zorg ervoor dat je in je eigen praktijk niet te ingewikkelde cliënten aanneemt. Bij de GGZ werkte ik in een team. Als je er dan niet uitkomt, kun je veel makkelijker snel met collega’s en een psychiater overleggen. Als je alleen werkt moet je dan toch wachten op intervisie of supervisie. Ook als je bij een cliënt het gevoel hebt dat het niet klopt voor jou, neem jezelf serieus. Onderzoek wat het je te vertellen heeft. En wees ook eerlijk naar jezelf. Als je het idee hebt dat jij niet in huis hebt wat deze cliënt nodig heeft, verwijs dan door. Je hoeft niet alles te kunnen. En natuurlijk als laatste maar zeker ook belangrijk: zorg steeds dat je tijd neemt om je eigen lichaam te blijven voelen. En keer daar ook met je cliënt steeds naar terug."
Ancestral Healing
Ook nu ze met pensioen is, is het nog niet klaar. "Ik volg momenteel een training Ancestral Healing, waardoor ik nog steeds meer bewustzijn en inzicht ontwikkel op de impact van de lijnen van mijn voorouders naar mij en mijn kinderen en kleinkinderen. Hoeveel dat te vertellen heeft. Dat helder krijgen geeft ook kracht aan mijn zijn en eventueel therapeutschap."
En ook nu - of beter gezegd juist nu - ervaart ze nog meer de last van haar geschiedenis. De huidige situatie in Israël, vanaf de inval door Hamas op 7 oktober 2023, de bejegening van Joden in Nederland en hoe daarop veelal met gebrek aan historische en recente kennis op gereageerd wordt. Dat raakt haar diepe angsten. Met daarin het meest pijnlijke: te ervaren en te moeten accepteren dat dit door de meeste niet-Joodse vrienden ten diepste niet begrepen lijkt te worden.
Misschien is dat wel de grootste les als therapeut en als mens. Dat je naast elkaar kunt staan, aanwezig kunt zijn bij de ander, maar niet alles ten diepste kan vatten.
Marianne Verhoeff